De laatste speeldag van een Europese competitie van dit marathonseizoen vond begin juni plaats, toen het vertrek van Karim Benzema bij Real Madrid en het vertrek van Zlatan Ibrahimovic bij AC Milan de krantenkoppen haalden.
Nu de stof is neergedaald tijdens de laatste campagne, hebben we de belangrijkste cijfers voor de vijf beste competities van Europa in 2022-23 bekeken.
Wat vertellen de standen in elke competitie ons?
Afgezien van het feit dat Napoli voor het eerst sinds 1989-90 de Serie A won, zijn er geen verrassende winnaars gevallen aan de top van de vijf grote competities van Europa, met Manchester City, Barcelona, Bayern München en PSG als nationale kampioenen.
Napoli was de meest indrukwekkende van de titelwinnaars, met 90 punten – 16 meer dan het als tweede geplaatste Lazio – op weg naar een eerste Scudetto sinds er een won met Diego Maradona als speler.
City behaalde 89 punten om hun derde opeenvolgende titel te winnen met Arsenal als tweede, terwijl Barcelona (88) en PSG (85) de resterende wedstrijden minder goed speelden nadat ze hun overwinningen in de competitie al hadden bezegeld.
Bayern heeft naar hun maatstaven een slecht seizoen achter de rug, ondanks het winnen van de 11e opeenvolgende Bundesliga-titel. Na een 3-1 thuisnederlaag tegen Leipzig in hun voorlaatste wedstrijd, had de ploeg van Thomas Tuchel twee punten achterstand op Dortmund bij het ingaan van de laatste speeldag.
Echter, met Jude Bellingham die een knieblessure opliep, raakte Dortmund niet verder dan een gelijkspel thuis tegen Mainz, waardoor Bayern de titel op doelsaldo kon claimen dankzij een laat doelpunt van Jamal Musiala tegen Keulen.
Van de clubs die zich konden kwalificeren voor de Champions League, springen Newcastle, Union Berlin en Lens eruit als de grootste overpresteerders. The Magpies overtroffen de verwachtingen onder Eddie Howe en eindigden voor Liverpool op de vierde plaats, terwijl het Lens van Loïs Openda zich voor het eerst in 20 jaar kwalificeerde door als tweede te eindigen in de Ligue 1.
Union Berlin zal ondertussen voor het eerst in hun geschiedenis in de Europese elitecompetitie spelen, nadat het pas in 2019 naar de Bundesliga promoveerde.
Aan de andere kant van de tafel kwam er een einde aan het negenjarige verblijf van Leicester in de Engelse Premier LEague – dat in die tijd een Premier League-titel en een FA Cup-overwinning kon pakken – maar nu samen met Leeds en Southampton degraderen naar de Championship.
Elders was er drama op de laatste speeldag in de Serie A en de Ligue 1, waarbij Paolo Dybala’s late doelpunt voor Roma tegenstanders La Spezia veroordeelde tot de degradatie-play-offs tegen Verona en Nantes die overleefden ten koste van Auxerre dankzij een 1-0 overwinning boven Angers.
Welke competitie heeft de meeste doelpunten gezien?
Duitsland was de beste geplaatste competitie om een hoog scorende wedstrijd te zien, met een Bundesliga-wedstrijd die gemiddeld meer dan drie doelpunten opleverde in 2022/23. Dat doelpuntenpercentage is verreweg het hoogste van Europa’s vijf grote competities, vóór de Premier League – die een recordaantal van 1.084 doelpunten zag in een seizoen van 38 wedstrijden – en de Ligue 1.
La Liga staat onderaan de lijst met slechts 955 doelpunten in 380 wedstrijden. Real Madrid was de hoogst scorende club in Spanje met 75 doelpunten, voor kampioen Barcelona met 70. Barca’s titelwinst was gebaseerd op een sterke verdediging, aangezien Xavi’s ploeg slechts 20 tegendoelpunten binnenkreeg – het minste van alle teams in de vijf grote competities van Europa.
Ondanks hun moeilijke strijd was Bayern het meest productieve team van Europa met 92 goals in 34 wedstrijden, voor Pep Guardiola’s Manchester City (94 in 38). De aanval van Ajaccio was het minst effectief en scoorde 23 doelpunten in 38 wedstrijden.
Ondertussen is er dit seizoen veel gebeurd in Noord-Londen, met wedstrijden waarbij Tottenham en Arsenal betrokken waren die respectievelijk 133 en 131 doelpunten opleverden – de hoogste cijfers in Europa. Spurs was een van de slechts twee teams – samen met Montpellier – die meer dan 60 goals scoorde en binnenkreeg.
Wie eindigde het seizoen als topscorer?
In het verbluffende debuutseizoen van Erling Haaland voor Manchester City bevestigde hij zijn status als de beste spits van Europa. Het totaal van 36 competitiedoelpunten van de Noor was zes meer dan wie dan ook, Harry Kane was zijn naaste achtervolger met 30 doelpunten.
Met 29 doelpunten in 34 optredens leidde Kylian Mbappé van PSG voor het vijfde achtereenvolgende seizoen de leiding in Frankrijk. Zijn naaste uitdager was voormalig Arsenal-speler Alexandre Lacazette, met 27 goals voor Lyon, evenveel als hij scoorde in zijn laatste drie campagnes bij de Emirates.
Victor Osimhen (26) en Robert Lewandowski (23) waren respectievelijk topscorers in de Serie A en La Liga, terwijl niemand de 20 doelpunten in de Bundesliga kon halen ondanks het hoogste aantal doelpunten in de Duitse competitie.
Welke competitie zag de meeste kaarten?
Het gebrek aan doelpunten in La Liga werd goedgemaakt door een golf van gebrek aan discipline, waarbij de Spaanse topclubs dit seizoen in totaal 139 keer van het veld werden gestuurd. Om dat in context te plaatsen: Premier League-ploegen hebben slechts 30 rode kaarten gekregen in hetzelfde aantal wedstrijden.
Zeven Spaanse teams staan in de Europese top 10 voor gele kaarten en uitsluitingen, met Getafe voorop met gele kaarten (122) en ongeëvenaard Real Betis met rood (15). Van de negen clubs die geen enkele rode kaart kregen, speelden er zes (Arsenal, Bournemouth, Brighton, Nottingham Forest, Southampton en West Ham) in de Premier League.
Waar werden de meeste managers ontslagen?
Het ontslaan van de coach was dit seizoen weer schrering en inslag, met in totaal 54 vaste managers die hun post in de top vijf van Europa verlaten. De Premier League heeft tijdens het seizoen een recordaantal van 14 vertrekken gezien, vóór de Ligue 1 (12), La Liga (11), Bundesliga (9) en Serie A (8).
Scott Parker van Bournemouth was de eerste die in augustus vertrok, na een 9-0 nederlaag op Anfield, terwijl Antoine Kombouare van Nantes het 54e en laatste vertrek van een manager was op 7 mei.
Als gevolg van weer een seizoen vol veranderingen is de gemiddelde ambtstermijn van een manager in de eerste klasse gedaald tot minder dan twee jaar in alle Europese vijf grote competities. Slechts twee managers hebben meer dan tien jaar leiding gegeven aan hun clubs, namelijk Diego Simeone bij Atletico Madrid en Christian Streich bij Freiburg.
Blijf steeds up-to-date en volg bwin ook op Instagram, Facebook en Twitter.
